Geschiedenis

Osteopathie kent een rijke geschiedenis. Om de hedendaagse osteopathie de plaats in het geheel van gezondheidszorg te geven die het verdient, is het ook belangrijk om iets te weten over haar ontstaan. Wat lag daaraan ten grondslag en wat is van belang gebleken in de ontwikkeling van de hedendaagse osteopathie? Wat is de oorzaak van onbegrip en zelfs afwijzing? Hoe heeft de ontwikkeling in de Verenigde Staten plaatsgevonden en in Europa? Wat ligt er ten grondslag aan het grote verschil in osteopathisch handelen? Dat zijn allemaal zaken die aandacht verdienen om echt volledig te kunnen begrijpen en waarderen wat de betekenis kan zijn van het osteopatische concept.

Het begin van osteopathie: ontwikkelingen in de Verenigde Staten.

De grondlegger van de osteopathie is Dr. Andrew Taylor Still (1828-1917). Wanneer men zich enigszins kan inleven in de tijd en omstandigheden waarin deze veelzijdige man leefde, leest over zijn waarnemingen, zijn successen maar ook zijn teleurstellingen waarmee hij ook als praktiserend arts te maken kreeg, kunt u een begrijpen hoe hij daardoor werd geïnspireerd om uiteindelijk osteopathie te introduceren.
Het overlijden van enkele van zijn kinderen tijdens een epidemie, zijn uitgebreide ervaringen als veldchirurg tijdens de Amerikaanse burgeroorlog, maar ook zijn inzicht in de beperkte mogelijkheden van de medicijnen van die tijd, zetten hem aan tot het ontwikkelen van een nieuwe vorm van geneeskunde op basis van originele uitgangspunten.
In 1892 heeft hij na jaren van onderzoek, experimenteren, formuleren maar vooral praktiseren de eerste school voor osteopathie opgericht in Kansas. Still onderstreepte het belang van natuurwetten en het belang van gezondheid. Hij zette aan tot nadere bestudering en beschouwing van wat gezondheid en de daaraan gekoppelde levenskrachten inhoudt.

“Find health, anyone can find disease”

en

“Osteopathy is anatomy, anatomy and once again anatomy”

zijn in dit verband slechts enkele van zijn vele uitspraken.

Via www.atsu.edu/museum/ats leest u meer over het leven van dr. A.T. Still D.O. en daarmee het ontstaan van osteopathie.
Via www.meridianinstitute.com kunt u zelfs verschillende van zijn boeken volledig nalezen.

Met het onderwijs nam de opkomst en waardering voor osteopathie sterk toe. Zeker na de volledige erkenning van osteopathie in alle staten van Amerika in de zestiger jaren zijn er verschillende nieuwe osteopatische universiteiten ontstaan.

De inmiddels tienduizenden Amerikaanse D.O.’s hebben dezelfde bevoegdheden als klassiek geschoolde artsen (M.D.’s). Velen schrijven overigens ook medicaties voor of zijn chirurgisch werkzaam. Er bestaan nu 23 COM’s (College of Osteopathic Medicine). De belangstelling voor osteopathie is sterk groeiende en osteopaten vormen inmiddels de sterkst groeiende medische beroepsgroep. Zonder anderen tekort te willen doen die heel veel voor de alsmaar verdere ontwikkeling en onderbouwing van osteopathie hebben betekend, heeft vooral dr. William Garner Sutherland, D.O. (1873-1954) de hedendaagse osteopathie verder onderbouwd. Ook hij was zeker niet alleen een theoreticus en heeft een enorme bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van osteopathie. Het heeft lang geduurd voordat zijn inzichten ook binnen de inmiddels wijd verbreide wereld van osteopaten werden begrepen en toegepast. Over het levenswerk van Sutherland is gelukkig veel vastgelegd en bewaard gebleven vooral ook dankzij het werk van The Sutherland Cranial Teaching Foundation (SCTF) en “The Cranial Academy”. Een belangrijke en van respect getuigende vermeldenswaardigheid over Sutherland is dat hij vaak heeft benadrukt dat het niet zijn osteopathie, maar de osteopathie van dr. A.T. Still was.

Dr. Rollin. E. Becker D.O. (1910-1996 ), een van de eerste presidenten van de SCTF, heeft nog meer inzicht en onderbouwing gegeven van hetgeen Still en Sutherland als grondleggers van osteopathie al neerlegden. Helaas is het niet mogelijk om ook alles over hem in deze site te vermelden. Van Becker is bekend dat hij na zijn studie osteopathie het werk van Still eens grondig bestudeerde. Een opvallende gelijkenis tussen Still, Sutherland en Becker is dat zij aldoor met enthousiasme en tot op hoge leeftijd patiënten zijn blijven behandelen.

Ontwikkeling van osteopathie binnen Europa.

Osteopathie heeft zich in eerste instantie vooral in de Engelstalige landen verspreid. Dr. John M. Littlejohn, een Schotse arts, allereerst patiënt en later leerling van Still, stichtte al in 1917 The British School for Osteopathy. Vanuit Engeland heeft osteopathie zich over Europa verspreid. Aanvankelijk heel geleidelijk, sinds eind 20e eeuw steeds sneller. Het oorspronkelijke concept  is daardoor sterk verwaterd.

Redenen daarvoor zijn dat:

  • Osteopathie, als het levenswerk van Still, was zelfs bij zijn overlijden nog niet “af”. Het heeft vele jaren geduurd en duurt nog altijd voort voordat men überhaupt tot een afgerond didactisch onderwijsmodel zal komen.
  • Tussentijds ontwikkelde osteopathie en osteopatisch onderwijs zich in Europa in verschillende richtingen, achtergronden en doelstellingen.
  • De taalverschillen. Tot de dag van vandaag blijkt dat veel fundamenteel inhoudelijke beschrijvingen welke in het Engels werden opgesteld, dusdanig en bedenkelijk slecht werden en worden vertaald naar (in eerste instantie) het Frans dat essentiële begripsvorming onmogelijk is.
    Met als gevolg dat allerlei niet relevante zaken verschenen, die zelfs als leidraad gingen dienen om weer nieuw particulier onderwijs te doen ontstaan. Vanuit het Frans werd vertaald naar het Nederlands en Duits maar inmiddels verschenen ook vertalingen en bewerkingen van het Nederlands naar het Duits en zelfs weer van het Nederlands naar het Frans. (Vertaling naar een andere taal, maar zeker ook vertaling in context van de tijd!)
  • Gebrek aan communicatie- en reismogelijkheden in die tijd zoals wij die kennen, maar ook W.O. II weerhielden Europeanen van de broodnodige informatie omtrent fundamentele ontwikkelingen. Een aaneensluiting van allerlei soorten van manuele therapievormen komt daaruit voort.
  • Het geven van osteopatisch onderwijs was financieel aantrekkelijk en helaas niet aan regels gebonden. Allerlei lieden achtten zich plots bekwaam om onderwijs te gaan geven. Reglementering was er niet, de vraag naar informatie in de verschillende landen was groot met als gevolg dat er allerlei particulier onderwijs ontstond. Vervreemding van de Amerikaanse ontwikkelingen ligt daaraan ten grondslag. Het is dan ook uiterst bedenkelijk dat menig opleider zelf géén geloofwaardige opleiding genoot. Juist zij zouden een voorbeeld moeten nemen aan wat zowel Still, Sutherland als Becker kenmerkten. Ook verschijnen vele boeken en publicaties in allerlei talen vaak geschreven door handige nieuwkomers die eveneens nul ervaring, schroom of respect tonen voor het levenswerk van Still en Sutherland. Per slot: in het land der blinden (Fr., BeNeLux, D, Ch) is één oog koning!
  • Vanuit deze bedenkelijke moraal zijn nieuwe “ontwikkelingen en ontdekkingen” gedaan zoals “Craniopathie”, “Cranio-sacrale therapie”, “Sensoriële Osteopathie”, “Viscerale Manipulaties”, “Kinderosteopathie”, “Geïntegreerde Osteopatische Manipulaties”, “Integrale Osteopathie”, “Fasciatherapieën”, ”Biodynamische Osteopathie“.

Kortom een zeer bedenkelijke wildgroei, welke enigszins een halt wordt toegeroepen met de komst van wetsvoorstellen en beroepsregisters zoals het Nederlands Register voor Osteopaten (NRO). Helaas zijn er natuurlijk ook weer organisaties van personen die niet aan redelijke opleidings-, examinerings-, nascholings-, BTW-plichtige en/of vestigingsvoorwaarden willen voldoen en zich alleen maar lijken te organiseren om te kunnen “meeliften” op de goede naam van osteopathie.

Dat osteopathie kritisch bekeken wordt vanuit andere disciplines, verzekeraars, overheid en “wetenschap” is alleen maar toe te juichen. Niets is echter zo relatief als wetenschappelijk onderzoek. We noemen in dit verband het vasthouden aan ‘evidence based’ en voorbijgaan aan ‘formele logica’.  Ook de ervaringen van patiënten en behandelaars is “een wetenschap”.

Vergeet in dit verband niet dat dr. Still, als grondlegger van osteopathie, ruim honderd jaar geleden leefde en werkte. Een totaal andere tijd onder totaal andere omstandigheden en op basis van totaal andere wetenschappelijkheden. Om nu te veronderstellen dat de werkwijze van hedendaagse osteopaten ook gebruik maakt van “slingeren met ledematen bij difterie”, “draaien aan de nek bij roodvonk” of “het rechtzetten van scheve beenderen die bloedvaten dichtdrukken” is onjuist. Dat de fundamentele basiskennis van embryologie, anatomie en fysiologie hedendaags bij de osteopaat op de voorgrond staat wordt hierbij niet onderkend. Net als voor bijvoorbeeld medicijnen en chirurgie is en zal ook de wetenschappelijke onderbouwing van osteopathie niet stil blijven staan.

Waar staat osteopathie binnen Nederland.

In Nederland is deze vorm van geneeskunde nog relatief jong: de eerste osteopaten vestigden zich in 1985 in Nederland. In 1987 is de Nederlandse Vereniging voor Osteopathie (N.V.O.) opgericht, gevolgd door het Nederlands Register voor Osteopathie (N.R.O.) in 1989. Ziektekostenverzekering zijn op gegeven moment osteopathische behandelingen gaan vergoeden. De osteopathie heeft sindsdien een groei doorgemaakt.

Osteopathie heeft  echter nog steeds geen beschermde titel. Verschillen in opleidingen tot osteopaat hebben ertoe geleid dat er geen transparantie in osteopathisch handelen bestaat. Dit leidt tot discussie binnen de beroepsgroep (zoals bijvoorbeeld over het beroepscompetentieprofiel en manipulaties) en natuurlijk tot kritiek daarbuiten. De oorspronkelijke diepgaande inzichten van de osteopathie dreigen hierbij verloren te gaan. De Sutherland Cranial Teaching Foundation (S.C.T.F.), opgericht in 1953, probeert de continuïteit te waarborgen van onderwijs volgens de oorspronkelijke osteopathische principes. Het S.C.T.F. ondersteunt osteopathisch onderzoek en publicaties.