Osteopathie wordt gezien als alternatief. Binnen de reguliere gezondheidszorg wordt vanuit huisartsen, specialisten, consultatiebureaus etc. niet in de eerste plaats aan ons doorverwezen. De structuur van de gezondheidszorg maakt dat patiënten vaak zelf ook niet bekend zijn met de osteopathie als behandelmogelijkheid. Zelfs als mensen al eerder door osteopathie zijn geholpen blijkt in de praktijk dat bij andere problemen niet als eerste aan de mogelijkheden van osteopathie wordt gedacht.
Misschien door haar naamgeving wordt bij osteopathie vaak alleen gedacht aan problemen van het bewegingsapparaat. Maar juist de complexiteit van het lichaam, haar eenheid en de verbindingen tussen alle structuren door middel van het fasciale systeem staan de osteopathie toe op veel meer problemen dan die van het bewegingsapparaat te werken.
Vanuit onze praktijk kunnen we stellen dat we vaak patiënten zien die al een heel regulier traject hebben afgelegd. Door onze kijk naar de totaliteit van de mens en de mogelijkheden die het lichaam bezit om zichzelf te genezen hebben we juist voor veel van deze patiënten daadwerkelijk iets kunnen betekenen. Wanneer we dan echter horen hoe lang sommige van deze patiënten al met hun problemen lopen denken we inderdaad: Osteopathie had waarschijnlijk veel eerder iets voor u kunnen betekenen.
Helaas laten we verder onze zorg vaak afhangen van onze verzekering. Valt zorg buiten onze verzekering dan zullen we, ongeacht of deze zorg ons verder zou kunnen helpen, deze zorg buiten spel laten. Wij begrijpen deze overweging, maar betreuren het niet altijd een kans te krijgen. Indien onze behandeling binnen 1 of 2 sessies geen verandering teweegbrengt zullen we de behandeling stoppen en met u zoeken naar verdere oplossingen.
Osteopathie staat dus niet meteen op ieders netvlies, enerzijds vanuit de structuur van de gezondheidszorg, anderzijds vanuit de onbekendheid van haar mogelijkheden en vanuit de opbouw van onze verzorgingsstaat.